Vertalingen omgaan met NL>EN
omgaan met
werkw.
Uitspraak: | [ˈɔmxan mɛt] |
Verbuigingen: | ging om met (verl.tijd ) is omgegaan met (volt.deelw.) |
1) regelmatig vriendschappelijk contact hebben met (mensen) -
associate, be with/around, rub shoulders with al twintig jaar met elkaar omgaan - know each other already for twenty years |
2) je gedragen in reactie op (dingen of moeilijkheden) -
deal with, take care of voorzichtig omgaan met een laptop - be careful with a laptop niet met de ziekte van zijn vader kunnen omgaan - not to be able to deal with the disease of one's father |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
omgaan met (ww.) | to date ; to socialise with |
omgaan met | associate with ; handle ; manage ; manipulate |
Bronnen: interglot; MWB; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `omgaan met`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: verkeren